Concordia Delft (1885)
opgericht/gestopt: |
|
15 october 1888 |
start 1e competitie: |
|
1898/1899 |
speelterrein(en): |
|
Delft: Laan van Altena,Buitenwatersloot, Brasseeskade, |
website: |
|
www.concordiadelft.nl |
Hoewel Concordia al van 15 oktober 1885 dateert, neemt zij pas in het seizoen 1895/96 voor het eerst deel aan de competitie van de Haagse Voetbal Bond. Vanwege het beperkte aantal clubs in die tijd speelt men slechts enkele wedstrijden per seizoen. In 1895 een fusie met Esperanza en in deze magere bezetting promoveert Concordia in 1898 naar de 2e. klasse B van de Nederlandsche Voetbal Bond, de huidige KNVB. In ’t seizoen 1904/05 wordt ze met slechts 3 verliespunten kampioen van de 2 klasse C. De promotiewedstrijden verlopen echter teleurstellend. Succesvoller is Concordia in eigen stad door de Delftsche Zilveren Wisselbeker te veroveren. Dit bokaal blijft nog vele jaren in haar bezit. Naast haar locale suprematie is Concordia ook landelijk de te kloppen ploeg. Zij bewijst dit door in 1906 de Nederlandse Voetbalbeker, voorheen de Gatorade Cup, te winnen.
Tot en met 1913/14 staat Concordia soeverein bovenaan in de 2e klasse. In deze periode behaalt zij vier kampioenschappen op rij. Deze hebben echter nooit tot promotie geleid. Tijdens de eerste wereldoorlog (1914-1918) bereikt Concordia in ’t seizoen 1916/17 de 2e plaats, die recht gaf op promotie naar de nieuw opgezette 1e klasse B, in de volksmond de Margarine Afdeling. Deze werd zo genoemd ter onderscheid van de reeds bestaande 1e klasse A. In deze competitie speelt Concordia o.a. tegen Feyenoord. Getraind wordt er onder een zekere Julian, een ex-profvoetballer van Chelsea. Na het eerste jaar als middenmoter te eindigen, sluit Concordia het seizoen 1918/19 af met een tweede plaats achter AFC, maar voor Feyenoord. In het seizoen 1919/20, de 1e klasse B is tot Overgangsklasse omgedoopt, degradeert Concordia weer naar de 2e klasse C. Ondanks deze teloorgang viert de club dat jaar toch haar 35-jarige bestaan met een wedstrijd tegen een elftal van Oud Internationals, die met 2-0 verloren gaat. De jaarlijkse ontmoeting, die sinds 1923 tussen deze ex-Oranjehemden en de Kon.HFC plaatsvindt, is een uitvloeisel daarvan.
Tot en met 1924/25 eindigt Concordia steevast in de middenmoot van de 2e klasse. Daarna gaat het snel bergafwaarts. In het seizoen 1925/26 kan men zich nog net handhaven. Maar in 1926/27 gaat de ploeg met een schamele totaalscore van 6 punten kopje onder. Het eerste jaar in de 3e klasse o.a. met de Delftse clubs DVC, Delft en Delfia wordt met de voorlaatste plaats afgesloten. In het seizoen 1929/30 is de rampspoed compleet. Met slechts 6 punten uit 18 wedstrijden en een doelsaldo van 28 voor en 71 tegen is de club gedoemd naar de 4e klasse te degraderen. Door toedoen van een Ajax bestuurslid werd dit voorkomen. Op een jaarvergadering van de KNVB stelt hij voor om Concordia voor de 3e klasse te behouden. Dit vanwege haar grote verdienste voor het Nederlandse voetbal. Zonder stemming gaan de verzamelde clubs akkoord. Na een 4-jarig verblijf in deze afdeling degradeert het in 1934 alsnog naar de 4e klasse. De terugval versombert het Concordia leven dermate, dat zelfs wordt overwogen om de vereniging te ontbinden. In deze speelde ook de geringe aanwas van jeugdleden mee, die zich meer tot hockey aangetrokken voelden. Om deze impasse te doorbreken poogt men tot een fusie met de hockeyvereniging Hudito te komen. Door schulden onzerzijds worden de onderhandelingen afgebroken
In tegenstelling tot het bloeiende clubleven is het op voetbalgebied kommer en kwel. Aan het einde van het seizoen 1936/37 bungelt Concordia met slechts 4 punten reddeloos onderaan. Terwijl het ook financieel verre van rooskleurig is. Om de kas een florissanter aanzien te geven, gaat de club in de schapenhandel. Een 30-tal wordt aangeschaft, echter bij verkoop levert dit project slechts verlies op. Het volgende doel was het aantrekken van meer junioren. Om dit te realiseren wordt de contributie verlaagd en organiseert men wedstrijden voor middelbare scholieren. Dit initiatief wordt in 1939 in een jaarlijks terugkerend Concordia schoolvoetbaltoernooi gegoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940/45, er wordt gewoon doorgespeeld, promoveert Concordia in 1940/41 naar de 3e klas KNVB. In 1949/50 bepaalt met name het vertrek van een respectabel aantal dragende spelers de teruggang naar de 4e klasse. Hierdoor dringt het besef door, dat een sterke jeugdafdeling onontbeerlijk is voor een club. Met Michiel Toppinga als voorzitter van een nieuw opgerichte juniorencommissie groeit het aantal jeugdleden fors. In schril contrast hiermee staan de teleurstellende resultaten van ons vlaggenschip in de 4e klasse. Tot en met het seizoen 1955/56 weet de ploeg de dans nog te ontspringen. Maar in 1957 is degradatie van KNVB naar HVB een feit. In het Haagse krijgen de spelers met fysiek sterke tegenstanders te maken. Ondanks dit plaatst het elftal zich voor de nieuwe Hoofdklasse samengesteld uit de top van de twee 1e klassen.
Internationals: Jan Thomee (zie profiel)