Kampong Utrecht (1902)
opgericht/gestopt: |
|
29 september 1902 |
start 1e competitie: |
|
1907/08 |
speelterrein(en): |
|
Utrecht: Blauwkapelseweg,Minstroom, Laan van Chartreuse Bilthoven, Welgelegen, Maarschalkerweerd |
website: |
|
http://kampongvoetbal.nl/ |
Een paar jaar voordat Kampong daadwerkelijk wordt opgericht, komen lagere scholieren al bij elkaar op de weilanden achter 't Ooglijders gesticht om goaltje te sjotten. Deze jongens richten een voetbalclub op die de naam UVV Victoria draagt. De club is echter geen lang leven beschoren omdat een aantal leden al snel overstapt naar concurrent Hercules, dat over een echt voetbalveld beschikt en dus mag meedoen in de officiele competitie. Op de velden achter 't Ooglijdersgesticht werd een periode niet meer gevoetbald, totdat in 1900 dezelfde jongens een nieuwe club oprichten, nu onder de naam Unitas. Deze club overleeft het eerste jaar echter niet, net als opvolger JEMKA (Jeugd en Moed Kunnen Alles) in 1901. De jongens zijn echter vast van plan een blijvende club op te richten en op 29 september wordt de Utrechtse Voetbal en Cricket Vereeniging Kampong opgericht. Deze keer gaat het beter, en in 1904 krijgt de vereniging ook een bestuur
In 1905 wordt een weiland aan de Blauwkapelseweg gehuurd. Tegenover het veld staat een kroeg, alwaar de spelers zich in een vochtige kelder tussen de fusten kunnen omkleden. Het is verre van ideaal, maar de club heeft nu in ieder geval een eigen veld met "kleedkamer". De resultaten in de eerste periode zijn bemoedigend. In rap tempo promoveert Kampong naar de competitie van de Nederlandse Voetbalbond en bijna wordt zelfs de eerste klasse gehaald. Een verhuizing naar Zuilen doet de club geen goed. Sportief gaat het Kampong weer voor de wind tijdens de "roaring twenties". Dit is mede te danken aan de verhuizing naar het nieuwe sportpark Welgelegen. Hier huren Kampong, Utrecht en Voorwaarts elk een veld. De goals op Welgelegen hebben zelfs echte netten, iets wat tot die tijd in Kampongkringen nog niet was voorgekomen.
In 1923 keert Kampong ongeslagen terug in de tweede klasse. Deze klasse lijkt echter te hoog gegrepen. Na een aantal jaren in degradatiegevaar te hebben verkeerd luidt het vertrek van Le Fevre het einde in. Kampong degradeert naar de derde klasse in 1927 en in 1929 zelfs naar de vierde klasse.
Gedurende de jaren dertig verandert er veel op Kampong. In datzelfde jaar verhuist Kampong naar Maarschalkerweerd. Voor het eerst sinds vijftien jaar heeft de club weer het rijk alleen op een complex. Het complex omvat twee voetbalvelden, een hockeyveld en genoeg kleedruimte. Er ontbreekt echter een ding; een eigen "home". Hieraan komt in 1939 een einde, als in oktober het eerste, deels zelfgebouwde, Kampong- clubhuis wordt geopend.
Het voetbal in de jaren dertig is niet om over naar huis te schrijven. In 1932 verspeelt Kampong de kans op het kampioenschap door in een rechtstreekse confontatie te verliezen van concurrent EAC én een penalty te missen op een cruciaal moment. Tot 1939 groeit en bloeit de club, totdat de mobilisatie een domper op het clubleven zet. Aan het eind van de oorlog blijkt dat 24 Kampongleden zijn omgekomen in de vijf jaar oorlog. Het bestuur vraagt de leden allen vijf gulden bij te dragen, waarvan een gedenkteken wordt gefinancierd. Dit gedenkteken wordt op 27 september 1946 onthuld. Na de bevrijding wordt de club vrij snel opgestart. De voetbalcompetitie draait vanaf september op volle toeren. Het seizoen eindigt voor Kampong Voetbal echter in mineur, als er in de beslissende promotiewedstrijd wordt verloren van Zwaluwen Vooruit.
Na meer dan veertig jaar weet het eerste elftal zich niet meer te handhaven en degradeert naar de afdeling Utrecht. Hier zou de club ook gedurende de jaren vijftig blijven. Het begin van dit decennium is ongeveer een kopie van het vorige. Alleen daalt het voetbal nu nog verder naar de tweede klasse van de afdeling Utrecht. Al snel herpakt het elftal zich en in 1963 wordt promotie naar de eerste klasse afdeling Utrecht afgedwongen. Het seizoen daarop voert Kampong lange tijd de ranglijst in de eerste klasse aan. Helaas wordt uiteindelijk deze positie uit handen gegeven, waarna de successen weer lang op zich laten wachten. Tussen 1968 en 1971 heeft de ploeg zelfs drie maal een beslissingswedstrijd nodig om in de eerste klasse te blijven.