Kees Mijnders
29-9-1912 Eindhoven
1-4-2002
clubs: |
|
DJS Rotterdam DFC Dordrecht |
interlands: |
|
7 x 1934 t/m 1938 |
De loopbaan van Kees Mijnders was zeer lang. In 1929 speelde hij als jongen van zeventien jaar al in het eerste elftal van DFC, als veertigjarige nam hij in 1952 afscheid. De kleine, klassieke linksbuiten werd in 1934 international en zou het in 1945 nog zijn geweest wanneer vervoersproblemen geen roet in het eten hadden gegooid. In de derde week van augustus 1945 zou Oranje in Aalborg en Aarhus het interlandvoetbal met twee wedstrijden tegen Denemarken hervatten. De spelers hadden hun koffers al gepakt, toen zij te horen kregen dat bij gebrek aan een vliegtuig de reis niet doorging. ‘Iedereen vond het verschrikkelijk jammer, want na de oorlog werd enorm verlangd naar het Nederlands elftal’, aldus Mijnders decennia later. Na de zomer van 1945 kreeg Mijnders met vormverlies te kampen. Toen Oranje op 10 maart 1946 in Luxemburg weer mocht beginnen, werd niet hij, maar Ko Bergman van Blauw Wit als linksbuiten gekozen.
Kees Mijnders kwam uit een echte voetbalfamilie. Vader Kees was afkomstig van DFC. Toen hij als werknemer van Philips naar Eindhoven vertrok, werd hij in 1914 de eerste trainer van PSV. Later ging het gezin naar Rotterdam, waar vader en zoon het bedrijf in snijmachines Mijnco runden. Het talent van Kees junior ontwikkelde zich eerst in Rotterdam bij DJS, De Jonge Spartaan. Als eersteklas-voetballer heeft hij alleen DFC gediend. Mijnders moest bij Oranje concurreren met Joop van Nellen, maar ook om een andere reden had hij het niet gemakkelijk bij de nationale ploeg. Hij was bepaald niet op zijn mondje gevallen en die eigenschap stelden de Keuzeheren in de jaren dertig niet altijd op prijs. Rond België‘-Nederland in 1938 kreeg hij het aan de stok met bondsofficial Henk Herberts.
Mijnders stond te boek als een vrolijke jongen die nogal zwierig door het leven ging. Toen Herberts de levensgenieter kort voor de interland met een meisje op een terrasje in Antwerpen ontwaarde, volgde een ernstige reprimande. Kort daarna meldde Herberts in De Telegraaf dat Mijnders ‘alleen maar aan het passagieren’ was geweest. De speler was woedend op Herberts en schold hem de huid vol. Omdat hij weigerde zijn excuses aan te bieden, zat zijn interlandloopbaan er op.