Kees Krijgh
28-8-1921 Den Bosch
15-6-2007
clubs: |
|
BVV Den Bosch |
interlands: |
|
3 x 1948 t/m 1950 |
Kees Krijgh speelde vijftien jaar aan een stuk in het eerste van BVV, uiteraard ook tijdens de gloriejaren en in het seizoen dat de Bossche volksclub landskampioen werd, in 1948. De stad stond op zijn kop. Krijgh maakte om die reden de Olympische Spelen van 1948 mee. Krijgh kon tegen Ierland meteen aan de bak, als vervanger van de gepasseerde Joop Stoffelen. De Bosschenaar moest dus rechtshalf spelen en niet stopperspil, zijn eigenlijke stiel. Er is een envelop bewaard gebleven met voorop een fotootje van Kees Krijgh en de tekst: ‘Aan de weled. Heer vervolgens het fotootje van Krijgh en dan de naam van de stad: ‘s-Hertogenbosch. De brief kwam aan. Zo beroemd was hij in Den Bosch. Steevast werd hij ‘de kleine Kees Krijgh’ genoemd. ’De kleine Krijgh weer een der grootsten’ heette het dan. Hij was ook klein, veel te klein voor een topvoetballer, zou je zeggen. Krijgh had echter een onverbeterlijk inzicht. Hij speelde maar drie interlands en dat kwam omdat hij Brabander was volgens hemzelf.
In 1950 speelde hij dan toch een keer op zijn eigen plaats, tegen de Belgen. Na iets minder dan een half uur kwam hij in het veld voor Rinus Terlouw. Het was 0-0, iets meer dan een uur later was het 7-2, onder meer omdat Krijghs tegenstander midvoor Jef Mermans twee goals maakte. Kees was nogal cynisch na afloop. 'Geen best debuut van mij als spil. Ik wist nog nauwelijks waar ik stond en hoe ik stond, of de Belgen hadden er al drie in liggen.’