Abe Lenstra
27-11-1920
2-9-1985
clubs: |
|
Heerenveen Heerenveen, Sc Enschede Enschede, Enschedese Boys de Tubanters |
interlands: |
|
47 x 1940 t/m 1959 |
Menigmaal klonk er Abe! Abe!door het stadion als het Nederlands elftal speelde. Abe hoefde er niet eens zelf bij te zijn. Het volk had Abe Lenstra lief, dat was zeker. De Keuze Commissie niet. Het was de reden dat Abe er lang niet altijd bij was als Oranje speelde. In zijn interland-periode, die bijna twintig jaar omspande, speelde Nederland 79 interlands. Abe miste dus 32 wedstrijden, meestal omdat er weer eens een conflict was met de bobo's.
De geniale Abe Lenstra was een geboren binnenspeler, een voetballer die in het klassieke systeem (2-3-5) een van de twee teruggetrokken binnenplaatsen innam. Abe had het spel dan voor zich, kon midvoor of buitenspeler aan het werk zetten, wat hem beter af ging dan het hollen voorin. In het Nederlands elftal speelde Abe echter op alle plaatsen in de voorhoede. Om precies te zijn: hij was rechtsbuiten (vijf keer), rechtsbinnen (zeven keer), midvoor (drie keer), linksbinnen (25 keer) en linksbuiten (zeven keer).?
Herhaaldelijk leek het de laatste keer te zijn geweest dat Abe voor Nederland had gespeeld. Nogal pijnlijk was de situatie in 1952. De kenners van de Keuze Commissie hadden gemeend dat Abe voor de Olympische Spelen van Finland te weinig vorm had. Te lui, te gemakkelijk. Abe daarentegen: 'Een goede voetballer is net een snoek; je hoeft niet te veel te doen, als je maar op tijd toehapt.'
Na de Spelen werd Abe weer wel geselecteerd; rechtsbinnen tegen Denemarken, linksbuiten tegen Belgie. Abe was het zat. Voor de uitwedstrijd tegen de Engelse amateurs liet hij verstek gaan toen hij hoorde dat hij weer zou worden opgesteld als linksbuiten. Rat Verlegh van de Keuze Commissie probeerde Lenstra over te halen alsnog mee te gaan naar Hull met de belofte dat Abe een andere plaats zou krijgen als iemand zou uitvallen. Abe liet zich niet ompraten. Het leverde die onvergetelijke foto op van Abe aan de waterkant. Terwijl Oranje in Engeland was, stond Abe te vissen...? De Telegraaf commentarieerde: 'Troost U, waarde Heer Lenstra, in de geschiedenis van de Nederlandse voetbalsport zal uw naam met groter letters geschreven staan dan die van de vervelende systeemrijders, de vorsten van de neergang van het Nederlandse voetbal.' Hij maakte uiteindelijk 33 goals in zijn 47 interlands. Daarmee staat hij op de eeuwige topscorerslijst net achter Faas Wilkes, maar dat is zijn eigen schuld, zei Abe later. In zijn laatste interland vroeg Faas Wilkes zijn ploegmaat of hij de strafschop mocht nemen. Dat mocht. Het bracht Faas op 35 doelpunten.
Zo toegeeflijk Abe was ten opzichte van Faas, zo weinig tactisch was hij normaal tegen minder getalenteerde teamgenoten. Abe was een lastpost voor medespelers die minder goed konden voetballen dan hij. 'Abe vond iemand al snel een stumperd', zei zijn vrouw Hiltje eens, 'Abe kon zich niet indenken dat anderen op het gras zo stonden te krukken.' Misschien kwam dat omdat Lenstra niet alleen een buitengewoon begaafd voetballer was maar ook voortreffelijk uit de voeten kon op andere gebieden. Hij was snel (100 meter in 10,9 seconden), hij was goed op de schaats, hij was goed in volleybal, tennis en tafeltennis. Abe kon dammen en biljarten en collega-international Noud van Melis herinnert zich dat hij speciaal bij Abe in trek was omdat de Fries in Van Melis een maatje had om tijdens trainingskampen mee te schaken.
Abe was veertien toen hij debuteerde bij Heerenveen en?zeventien toen hij debuteerde in het noordelijk elftal. Maar hij mocht pas mee naar de wedstrijd tegen Noord-Duitsland, nadat trainer Bob Glendenning de ouders van Abe had beloofd dat deze persoonlijk erop zou toezien dat de jongeman op tijd naar bed zou gaan. Dat deed Glendenning en het was meteen het enige wat Abe tegenviel aan zijn debuut voor het vertegenwoordigend voetbal. Bij de return, een jaar later, maakte hij alle vier de goals. Vanuit het buitenland, Huddersfield Town, kwamen de uitnodigingen binnen, maar deze werden door vader Lenstra kundig verstopt.
Een jaar later werd hij al opgeroepen voor het Bondselftal. Op 6 juni 1939 speelde hij met het Bondselftal mee tegen Joegoslavie. Het Bondselftal was het Nederlands elftal (van een maand eerder tegen Zwitserland) minus rechtsbinnen Frans van der Veen. Voor hem speelde Lemstra, zoals Abe toen nog werd genoemd in de kranten. Zijn eerste wedstrijd in het echte Oranje volgde 10 december tegen Belgie. Het was een huldigingswedstrijd vanwege het vijftigjarige jubileum van de KNVB, om welke (rare) reden de interland niet als officieel gold. Abe werd geroemd om zijn 'bijzonder intelligente spel'.
Nooit meer vergeten wordt de Heerenveen-Ajax van 7 mei 1950, toen de thuisclub een achterstand van 5-1 omzette in een 6-5 zege. Drie jaar eerder moet Abe nog beter zijn geweest, uit tegen MVV: van 4-0 achter naar 7-6 voor Heerenveen, met vier goals op?rij van Abe !?