Joop van Nellen
15-3-1910 Delft
14-11-1992
clubs: |
|
DHC Delft |
interlands: |
|
27 x 1928 t/m 1937 |
Op zijn zestiende kwam Joop van Nellen in het eerste van DHC, de club die hij altijd trouw zou blijven. Twee jaar later al trad de linksbuiten aan in het Nederlands elftal. Van Nellen vond zichzelf met zijn achttien jaar niet extreem jong voor een international. Elk oponthoud in een lager of minder gevorderd elftal achtte hij schadelijk voor de loopbaan. Zijn carrière werd wel geschaad door een lelijke breuk van het scheenbeen, pas in de tweede interland die hij speelde. Zijn derde wedstrijd in het Nederlands elftal volgde met twintig maanden vertraging; weer tegen de Zwitsers en binnen twee minuten had Van Nellen zijn sportieve revanche, hij scoorde de 0-1 in Zürich.
De tweebenige speler vormde lange tijd een vaste keuze in Oranje. Hij was van origine rechts, maar hij had zichzelf de voorzet met links eigen gemaakt. ‘Al bij de adspiranten speelde ik linksbuiten. Hoe gaat dat? Niemand was links en mij kon het niets schelen. Ik zei toen: zet mij daar maar neer.’ In 1933 raakte Joop van Nellen zijn plaats kwijt aan Kees Mijnders. Als ‘thuisblijvende reserve’ reisde hij in 1934 aanvankelijk niet mee naar het WK in Italië‘. Toen Mijnders verhinderd was en Van Nellen alsnog werd opgeroepen, kon hij niet direct mee naar het trainingskamp in Cernobbio. Hij schreef af wegens de ziekte van zijn vader. De KNVB vertrouwde het zaakje niet en stuurde Karel Lotsy voor controle. De excuses kwamen vlot en toen zijn vader aan de betere hand was, reisde Van Nellen het elftal achterna. In Italië‘ trof hij een overgeconcentreerde ploeg. ‘Ze waren allemaal overgekookt van de zenuwen.’
Joop van Nellen was een pure amateur die zich bij de instelling van het betaalde voetbal terugtrok uit ‘zijn’ DHC. Voetbal moest vooral gezellig zijn. Een klaagzang uit de jaren vijftig: ‘Kijk na afloop naar hun gezichten en vooral wat ze drinken. De een zegt met een verveeld gezicht: geef mij maar een koppie thee. Een ander vraag een flesje cola. Ik vraag me af: lustten ze dan geen borreltje meer of een glaasje bier?’ De strikte amateurregels kregen Van Nellen na zijn actieve tijd nog in een knellende greep. Hij had voor de oorlog 2,50 gulden onkostenvergoeding aangepakt voor het trainen van derdeklasser Laakkwartier en werd daarom in 1946 uitgesloten van het spelen van de Nieuwjaars wedstrijd met de oud-internationals bij HFC.