Kees Quax
14 -7-1905 Den Haag
18-3-1973
clubs: |
|
ADO Den Haag |
interlands: |
|
3 x 1926 |
Aan het eind van het seizoen 1925/26 had het Nederlands elftal een serieus keepersprobleem. Gejus van der Meulen was veruit de beste doelman, maar voor de dat seizoen afsluitende wedstrijden tegen Duitsland, België‘ en Denemarken was hij niet beschikbaar. Jan Schindeler van Blauw Wit had ook een goede reputatie opgebouwd, maar hij was ontevreden over de manier waarop de keuzeheren eerder met hem waren omgesprongen. Henk de Wit van landskampioen SC Enschede werd in het oosten bejubeld, maar in het westen genegeerd. Henk van Tilburg van NOAD was in 1921 en 1922 in totaal al negen keer opgesteld, maar vijf jaar later zag men in hem toch hooguit een reserve voor Oranje.
Na langdurig wikken en wegen viel de keus onverwacht op Kees Quax van de tweedeklasser ADO. Het was een hele verandering: de huisarts Van der Meulen van de eliteclub HFC vervangen door de metselaar Quax van de arbeidersclub ADO. In kwalitatieve zin was het een forse stap terug. Zelfs de anders altijd zo milde ir Ad van Emmenes noemde Quax 'een flater-doelman'. De nieuwe keeper had de cijfers niet mee. In zijn drie interlands kreeg hij dertien doelpunten tegen.