Jan van Roessel
7-4-1925 Tilburg
3-6-2011
clubs: |
|
Longa Tilburg, Willem II Tilburg |
interlands: |
|
6 x 1949 t/m 1955 |
Hij moet een rotgevoel hebben gekregen, de ochtend van zijn debuut in het Nederlands elftal. Stromende regen in Helsinki en dus een spekglad veld. Dat kwam Jan van Roessel, de sterke, zware midvoor van LONGA natuurlijk niet goed uit. Typisch genoeg was Van Roessel anderhalf uur later de gebraden haan. Nederland had met 4-1 gewonnen, Van Roessel had er twee gemaakt. Ruim drie jaar lang bleef hij nadien buiten Oranje. In eerste instantie vanwege een beenbreuk die hij opliep als midvoor van Zuid-Nederland in de semi-interland tegen Luxemburg. Dat was in de herfst van 1949.
Toen hij fit was, vroeg hij om een transfer naar NAC. LONGA reageerde als een slecht verliezer; als Van Roessel de aanvraag tot overschrijving handhaafde, zou men de voetbalbond weleens laten weten dat de voetballer verdiende met voetballen. Wie beter dan LONGA kon dat bewijzen: de club betaalde hem immers zelf ook al. Het gedoe kostte Van Roessel een schorsing van liefst twee jaar, later ingekort tot een jaar.
Medio 1952 maakte hij zijn rentree bij Oranje, in de belangrijke wedstrijd tegen Brazilië‘ op de Olympische Spelen van Finland. En weer scoorde Van Roessel, ditmaal met een onhoudbare vrije trap van buiten het strafschopgebied. Van Roessel scoorde op 16 juli 1952 voor Nederland tijdens de Olympische Zomerspelen 1952 het enige doelpunt tegen Brazilië. Daarmee was hij tot 10 augustus 2008 de laatste speler die scoorde voor een Nederlands team op een Olympisch toernooi. In 1955 maakte hij een nieuwe rentree in het Nederlands elftal, maar deze duurde helemaal kort: tien minuten. Het was tegen Zwitserland, toen Van Roessel door de Zwitserse keeper letterlijk het veld uit geslagen werd.
Van de achttien spelers uit Willem II's kampioensjaar '54/'55 (het eerste seizoen betaald voetbal in Nederland) waren op dinsdag 24 januari 2006 twaalf mannen nog in leven, waaronder Van Roessel. Op die dag kregen zij van Henk Kesler en Jeu Sprengers namens de KNVB alsnog een kampioenschaal uitgereikt. In 1955 was het bij een oorkonde en een kleine beker ter herinnering gebleven.