Guus Drager
14-12-1917 Amsterdam
25-05 -1989
clubs: |
|
SDW Amsterdam, DWS Amsterdam, Ajax Amsterdam |
interlands: |
|
13 x 1939 t/m 1948 |
Guus Drager kwam van SDW en toen hij op negentienjarige leeftijd de overstap maakte naar DWS, brak er tumult uit bij zijn oude club. Dragers vader werd om die transfer zelfs ontslagen door zijn baas, een wat al te fanatiek uitgevallen SDW’er, maar het ontslag werd later teruggedraaid.
In het shirt van DWS, dat hij vier jaar droeg, haalde de rechtsbuiten Drager het Nederlands elftal. Hij debuteerde in een stuntwedstrijd. Oranje versloeg WK-finalist Hongarije met 3-2 en Dräger speelde de back Biro - één van de grootste Europese voetballers van dat moment - zoek en werd tot de ster van het veld uitgeroepen. De oorlog onderbrak zijn interlandloopbaan, anders had ik zeker de 25 interlands gehaald. In 1941 maakte Dräger, een vrolijk mens die bij Heineken werkte, de overstap naar Ajax. Hij volgde zijn vrienden die al bij de grootste club van Amsterdam speelden, en in dienst van Ajax speelde Guus Dräger in de periode 1941-1951 maar liefst 207 wedstrijden. Hij wist hierin 80 maal tot scoren te komen.
Kwiek, dat was de vooroorlogse term voor het vleugelspel dat Guus Dräger tentoonspreidde. De Amsterdamse buitenspeler was vermaard om zijn snelheid. In zijn jeugd deed hij aan atletiek. Hij werd districtskampioen met een tijd van 54,1 seconden op de 400 meter. Zijn tegenstanders deed hij stilstaan. Drager werd alom omschreven als te snel om gepakt te worden. Een sliding had op hem geen uitwerking, omdat hij een perfecte lichaamsbeheersing had.
Hij maakte ook deel uit van het Nederlands elftal. Hij speelde 13 wedstrijden voor Oranje, waarin hij vijf doelpunten maakte. Zijn conditie was zo goed dat hij geen moeite had zich bij de zware trainingen van bondstrainer Bob Glendenning, op het VUC-terrein, aan te passen. Drager: ‘Dat was me wat. Er werd alleen op conditie getraind. Ik had dit niet zo nodig. Ik liep mijn rondjes wel. Maar voor die anderen...’ Dräger overleed op 25 mei 1989.