Joop Stoffelen
23-1-1921 Amsterdam
26-6-2005
clubs: |
|
SEO Amsterdam, Ajax Amsterdam, Racing Club de Paris SC, (Fr) FC Toulouse (Fr), BlauwWit Amsterdam, Neerlandia Amsterdam |
interlands: |
|
12 x 1947 t/m 1950 |
Stoffelen was vijftien jaar toen hij voor het eerst het Ajax-shirt droeg. Daarvoor speelde hij bij de amateurs van SEO, waar hij al na drie jaar in het eerste terechtkwam. In de tijd dat Stoffelen bij Ajax terechtkwam (eind jaren '30), was het oorlogstijd en in die tijd raakte Ajax veel spelers kwijt aan de mobilisatie. Tevens was het de periode waarin de succesvolle (oude) garde van de jaren dertig aan vervanging toe was.
Joop Stoffelen debuteerde op een van de moeilijkste plekken van het elftal: als spil. Hij moest op deze plaats de legendarische Wim Anderiesen vervangen. Op 24 maart 1940 maakte Stoffelen op deze plaats zijn debuut tegen KFC. Na tweeënhalf seizoen op de spilpositie te hebben gespeeld, verhuisde Stoffelen naar linkshalf. Jany van der Veen kreeg vanaf dat moment de voorkeur als spil. Als linkshalf oogstte Stoffelen veel waardering, inmiddels was hij ook aanvoerder.
In het seizoen 1950/51 werd hij de tweede Ajacied die prof werd in het buitenland. In dit seizoen vertrok hij naar het Franse Racing Club de Paris. Bij deze club speelde hij slechts een half seizoen en hierna vertrok hij naar FC Toulouse. Na twee jaar Toulouse kwam Stoffelen terug naar Nederland. Hij kon echter niet als speler bij zijn geliefde club terugkeren waar hij elf jaar als amateur aanvallende spil en linkshalf had gespeeld. De kuise KNVB sloot hem, de afgedwaalde prof, drie jaar uit. Met de officials van de bond onderhield hij een weinig minzame verhouding. Het was de keuzecommissie bestaande uit Herberts, Boeljon en Verlegh die Stoffelen, de aanvallende ingestelde half, vele malen reserve deed zitten.
Toen hij terug was, mocht hij pas na een jaar weer voetballen. Dit deed hij bij Blauwwit. Daarna speelde hij ook nog even bij Neerlandia, waar hij daarna ook trainer werd. Hij trainde later ook nog De Spartaan en DCG en werd coach van de oud-internationals. Pas in 1992 werd hij ontslagen door de KNVB als coach van de oud-internationals.
Zijn kwaliteit aan de bal was niet virtuoos te noemen, maar zijn instelling was voorbeeldig en hij hechtte aan teamverband. Niet voor niets was Stoffelen tientallen jaren de eerste man van het elftal der oud-internationals, de wel eens al te lollige toespreker op nieuwjaarsdag bij de Koninklijke HFC. Dat laatste leiderschap strandde op een conflict dat voortkwam uit winstbejag.
Dat geld narigheid zou brengen in voetbal, was voor Stoffelen na een profavontuur van anderhalf jaar - van december 1950 tot september 1952 - een weet. ‘Sport om den brode is geen sport’, sprak de bekeerde Amsterdammer.