Antoon (Rat) Verlegh
29 -3-1896 Ginneken
12-3-1960
clubs: |
|
NAC Breda |
interlands: |
|
8 x 1920 t/m 1927 |
Er bestaat een tekening waarop Antoon ‘Rat’ Verlegh het hoofd van Abe Lenstra in de handen heeft en zich de vraag stelt: A-be or not A-be. Ondertitel: Het probleem van Hamlet-Verlegh, prins van Breda.’ Zo is Rat Verlegh bekend geworden en gebleven, als lid van de Keuze Commissie die Abe Lenstra offerde. De keuzes van de Keuze Commissie van Verlegh werden uiteindelijk zo vaak betwist dat Verlegh moest opstappen. De functie werd ingeleverd, het gezag bleef.
Rat Verlegh werd beschouwd als een eminent kenner van het voetbal. Zijn verhandelingen in ‘de NAC Klok’ werden door het hele land gelezen. Het was ook Verleghs kennis van techniek en tactiek die hem al vroeg in de Technische Commissie van de voetbalbond bracht. Hij was kenner, bestuurder, speler en propagandist. Al in de jaren twintig was Verlegh een fel voorstander van schoolvoetbal. ‘Op een aantrekkelijke manier moesten junioren van rond de veertien jaar voor N.A.C. gewonnen kunnen worden’, aldus Verlegh. Tijdelijk was Rat ook trainer van NAC, in de tijd dat hij zelf nog speelde.
Verlegh deed van alles in het voetbal, ook na een lange voetbalcarrière bij NAC; hij speelde negentien jaar in het eerste elftal bij de club waar hij erevoorzitter werd. Zijn vlugheid als spelertje leverde hem de erenaam Rat op. In het Nederlands elftal speelde de gemeenteambtenaar twee keer als rechtsbinnen, daarna zes keer als rechtshalf. Hij zou meer interlands hebben gespeeld als hij niet geblesseerd was geraakt. In april 1928 stond hij opgesteld tegen Denemarken. ‘Kort voor den wedstrijd werd Rat aan een medische keuring onderworpen, waarbij het beter geoordeeld werd, dat hij niet aan het spel deelnam. Dit was wel een tragisch einde aan Rat's internationale loopbaan.’
Hij was in de zomer van 1928 nog wel bij Oranje als lid van de selectie die de Olympische Spelen in Amsterdam meedeed. Met twee andere NAC'ers, Piet van Boxtel en Cor Kools. Eerst speelde Van Boxtel rechtshalf, in de laatste twee wedstrijden Kools. Rat zelf bleef aan de kant. Zijn ietwat warrige interlandloopbaan paste wel bij hem. Verlegh was een wat grillige, stugge man. Een mysterie is nog altijd zijn dood. Verlegh verdronk in maart 1960 toen hij langs de A16 iets ten noorden van Prinsenbeek, met zijn Opel Kaptein van de weg raakte en in natuurbad De Kuil terechtkwam.