Arie Vermeer
17-7-1922 Rotterdam
16-12-2013
clubs: |
|
Excelsior Rotterdam |
interlands: |
|
1 x 1946 |
Nooit kreeg de befaamde Engelse midvoor Tommy Lawton meer vrijheid dan op zaterdag 27 november 1946. Die dag waren de amateurs van het Nederlands elftal op Leeds Road in Huddersfield de tegenstanders. In Engeland had het Arsenal van manager Herbert Chapman al in de jaren twintig het stopperspilsysteem ingevoerd.
Voor de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland door clubs als KFC en SC Enschede dat systeem beproefd, maar de Keuzeheren die het bij het Nederlands elftal voor het zeggen hadden, vonden het ‘stopperen’ een hoogst negatieve manier van voetballen. De spil moest stuwen, de spil was de extra aanvaller. Met die opdracht werd debutant Arie Vermeer ook op de Engelse profs los gelaten. De manier waarop hij werd gekozen, was kenmerkend voor het gebrek aan realiteitszin. De slagersknecht speelde op 17 november 1946 met het Rotterdams elftal op Spangen tegen het voorlopig Nederlands elftal. Het team van Vermeer verloor met 5-0, maar Arie had zijn aanval leuk ondersteund.Vermeer bekommerde zich in Huddersfield amper om de vier maal scorende Lawton; hij had belangrijkere dingen in het veld te doen. Achteraf bleek het de laatste interland van Oranje met een aanvallende spil te zijn geweest.
Hennie Moring van SC Enschede werd de eerste stopperspil en Arie Vermeer werd nooit meer geselecteerd. ‘Toch was het beslist geen desillusie voor mij. Sterker, ik vind die ene interland het hoogtepunt uit mijn loopbaan’, aldus keek Vermeer later terug op die bijzondere dag in zijn leven. ’De enige tegenvaller was dat ik de drie pond die ik van KNVB-penningmeester Tonny Staal had gekregen, later moest terug betalen. Drie pond, dat was toen 32 gulden en voor mij veel geld. Toen ik het geld niet wilde terug betalen, werd ik door de KNVB zelfs bedreigd met een royement.’