Jan de Boer
29-8-1898
30-6-1988
clubs: |
|
Ajax Amsterdam |
interlands: |
|
5x 1923 t/m 1924 |
Hij werd pas op zijn 21ste tot het vak geroepen dat hem vijf keer een plaats in het Nederlands elftal opleverde. Jan de Boer was als jongetje van twaalf al lid van Ajax en bracht het als kanthalf tot het derde. Zijn grote kans op het eerste kwam in 1920 toen de beroemde gouden ploeg een kersttour naar het zuiden maakte, met een wedstrijd in Bergen op Zoom en doelman Smit in de ziekenboeg.
Een plaatsvervanger was niet voor handen, tot trainer Reynolds en elftalcommissielid Pelser zich herinnerden De Boer wel eens bij het inschieten in doel te hebben zien staan. De Boer ging mee, keepte een goede wedstrijd en werd vaste keus. Drie jaar later reikten zijn kwaliteiten al tot een positie onder de lat bij het Nederlands elftal. Vijf caps haalde hij, tot 1932 was hij reserve van Oranje achter de grote Van der Meulen. De Boer was geen volbloed-keeper. In 1927 had hij zo de balen van de afwachtende rol tussen de palen dat hij er plots mee stopte. Ik was zelfs nog reserve voor het Nederlands elftal. Maar opeens werd alles me te veel, heb ik handschoenen uitgegooid en ben ik in het veld gaan spelen.’ Hij werd rechtsbinnen in Ajax 6 B en werd met dat feestelftal kampioen. Een jaar later speelde de eerzucht weer op en keerde hij terug in het eerste. Die rentree zal met meer belangen te maken hebben gehad. De Boer werd weer reserve van het Nederlands elftal dat in dat jaar het bijzondere olympische thuisoptreden in Amsterdam kende.
De Boer’s selectie voor het toernooi in Nederland was een dubbeltje op zijn kant. Voor de definitieve selectie van de Olympische ploeg moest hij zich in Antwerpen, bij de jaarlijkse Rode Duivels-Zwaluwen wedstrijd, nog eens bewijzen. De Belgische aanvaller Diddens bedierf bijna het feest voor De Boer die bij een hoekschop wilde springen, door de Belg hard aan zijn trui werd getrokken en de lastpost op een flinke duw tracteerde. De scheidsrechter gaf een strafschop tegen De Boer.
Er speelde zich vervolgens een uniek tafereel af, van ouderwets sportief gehalte. De Boer: " Aanvoerder Swartenbroeks kwam naar voren om de strafschop te nemen, maar ik was zo verontwaardigd dat ik hem uit mijn doel tegemoet rende en hem alles vertelde. Swartenbroeks vroeg Diddens daarop of mijn relaas juist was, wat deze bevestigde. Toen Swartenbroeks even later de strafschop toch nam, knalde hij de bal opzettelijk naast. "
Tot 1933 bleef hij het doel bewaken van de Amsterdamse club. Hij stond in totaal 195 competitiewedstrijden op doel. Hiermee schaart hij zich bij het gezelschap spelers met de meeste wedstrijden voor Ajax. In de jaren 1923-1924 kwam hij ook vijfmaal uit voor Oranje.
Na 1933 bleef Jan de Boer verbonden aan Ajax. Als veldspeler ging nog vijf jaar door in Ajax 6. In 1942 is hij benoemd tot Erelid, en tussen 1963 en 1973 nam hij plaats in de ledenraad. Buiten het voetbal heeft Jan de Boer de bekende Ajax-brandblusapparaten vervaardigd