Jaap Bulder
27-9-1896 Groningen
30-4-1979
clubs: |
|
Be Quick Groningen |
interlands: |
|
6 x 1920 t/m 1923 |
Bulder werd, tot de verschijning van Abe Lenstra, als de beste voetballer beschouwd die op de noordelijke velden te zien was geweest. Hij was een dribbelaar, een king soccer, een technicus die met broer Evert in de jonge jaren met het tennisballetje oefende. Op zijn veertiende drong Japie Bulder al door tot het eerste van het grote Be Quick. Tien noordelijke afdelingstitels won hij met zijn elftal, in 1920 grepen de withemden zelfs het landskampioenschap. Het was een seizoen om nooit te vergeten: Bulder scoorde 59 goals in 14 duels. Tegen Veendam vestigde de midvoor een record nl. acht goals in een wedstrijd dat tot 1956 (Henk Schouten, negen) zou standhouden.
In datzelfde kampioensjaar leverde Jaap Bulder kritiek op de Nederlands elftalcommissie dat zij nooit spelers uit het noorden rekruteerde. Het kostte hem zijn debuut in Oranje. De NVB sloot de aanvaller uit, maar bij de Spelen van Antwerpen was hij toch van de partij. Rebellie tegen de officials over het slechte onderdak in Antwerpen en uitgaansgedrag kostten Bulder opnieuw zijn plaats. Pas na twintig maanden keerde hij terug in de nationale ploeg. Hij speelde in het binnentrio met zijn clubgenoten Groen en Rodermond. De ogen voor noordelijke talenten waren eindelijk geopend.