Constant Feith
3-8-1884 Den Haag
15-9-1958
clubs: |
|
HVV Den Haag |
interlands: |
|
8 x 1906 t/m 1912 |
Willem Feith was een Nederlandse jonkheer, voetballer en cricket speler, die gedurende zijn hele carrière voor het Haagse HVV uitkwam. Hij speelde acht interlands voor het Nederlands voetbal elftal. In bijna al die interlands die Constant Feith maakte hij deel uit van de achterhoede. In 1906 begon hij als linksback, in 1912 was hij eerst drie keer rechtsback en op de Olympische Spelen van Stockholm fungeerde hij twee keer als linksback. Alleen in 1907 was hij twee maal voorhoedespeler bij Oranje: linksbinnen. Vreemd genoeg was Feith van herkomst een echte aanvaller.
Bij HVV was hij zelfs jaren aan een stuk de goalgetter bij uitstek. Bijvoorbeeld: 44 doelpunten in het seizoen 1903/Õ04 over 25 wedstrijden, 53 goals zelfs in het seizoen 1906/Õ07 over 29 wedstrijden. Ooit maakte Feith er in een wedstrijd tegen de Bussumsche FC zelfs tien. Toen hij op 26 september 1920, als 36-jarige, met een defecte knie afscheid nam van HVV 1, had hij 234 goals in precies 350 wedstrijden gemaakt.
Aanvaller-topscorer en dan toch steeds weer verdediger in het Nederlands elftal, jonkheer mr. Constant Willem Feith kon er niet mee zitten. Hij speelde zuiver voor de lol, had een opgeruimd en meegaand karakter en deed de leiders van de elftallen die hij diende graag een plezier. En plezier had hij als sportman: in de winter voetballen bij HVV, in de zomer cricket spelen bij het aan HVV gelieerde HCC. Bij het cricket was zijn oudere broer Kees een grootheid, maar ook Constant haalde het nationale team. Vierduizend gemaakte runs en honderd genomen wickets accentueerden zijn talenten voor deze sport, die hij ‘mooier dan voetbal’ noemde. Constant Feith, broer van de journalist en kinderboekenschrijver Jan Feith, was een levensgenieter. Dat was hem als voetballer al vroeg aan te zien. De Feithen hadden eeuwenlang burgemeesters aan de stad Zwolle geleverd, Constant werd rechter, eerst in Soerabaja, na de Tweede Wereldoorlog in Den Haag. Na terugkeer uit Indië was hij een andere man geworden. De verschrikkingen in drie jaar Jappenkamp, hadden zijn geest min of meer gebroken.