Bertus de Harder
14-1-1920 den Haag
7-12-1962
clubs: |
|
Transvaal Den Haag, VUC Den Haag, Bordeaux, Holland Sport Scheveningen |
interlands: |
|
12 x 1938 t/m 1955 |
Bertus de Harder begon zijn voetbalcarrière in 1933 bij Transvaal in Den Haag. Na Transvaal speelde de behendige voetballer voor Triomph en Wilsonmeters voordat hij in 1937 bij VUC kwam. De Harder speelde vooral op de linksbuitenpositie. Hij stond bekend om zijn snelle rushes en spectaculaire bewegingen op het veld. In drie seizoenen bij VUC wist De Harder 46 keer te scoren. Zo werd hij in het seizoen 1938-1939 topscorer van de Divisie West 2.
in mei 1938 was hij international in de wedstrijd tegen de Schotse profs. Hij had toen net zijn eerste competitie gespeeld in het echte KNVB-voetbal met Voorwaarts Utile Dulci, kortweg VUC. Voor zijn tijd bij Wilsonmeters had hij samen met zijn eveneens getalenteerde broer Karel gevoetbald in de socialistische Arbeiders Sport Bond. In die kringen was de contributie het goedkoopst en dus werden de broers door hun vader, een los werkman, aangespoord daar hun kunsten te vertonen. Het gebrek aan enige maatschappelijke status van vader De Harder, vormde in 1938 voor VUC aanvankelijk een probleem voor het lidmaatschap van Bertus en Karel. De ballotagecommissie hield het lidmaatschap tegen, waarna de broers gedesillusioneerd naar ADO gingen. Mede geïnformeerd door de journalist Ad van Emmenes - hij had als eerste geschreven dat in de bedrijfscompetitie twee voetballers rondliepen die daar qua talent niet op hun plaats waren – kwam het bestuur van VUC in tweede instantie terug op het besluit. Bertus en Karel de Harder mochten alsnog lid worden. Jaren lang zouden zij de bijzondere linkervleugel van de zwart-witten vormen.
Alleen al voor het artistieke en ook nog productieve spel van Bertus de Harder kwamen voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog duizenden mensen naar het zo sfeervolle VUC-terrein aan de Schenkkade. Dat voetballeven van De Harder bereikte tijdens de oorlog een dieptepunt. De linksbuiten werd tijdens de kampioenscompetitie van 1944 voor tweeëneenhalf jaar geschorst. Er werd gesproken over omkoping, maar nooit werd enig bewijs voor die beschuldiging op tafel gelegd. De Harder had wel geld aangenomen voor het spelen van een bedrijfselftal uit IJmuiden.
Dat gebeurde drie dagen voor de op 30 april 1944 in het afgeladen Olympisch Stadion gespeelde wedstrijd tegen de latere kampioen De Volewijckers. Woedend als hij was over dat partijtje van Bertus (en ook van broer Karel) in IJmuiden, stond VUC-voorzitter Willem Burgwal de linksbinnen vlak voor de aftrap tegen De Volewijckers in de kleedkamer uit te schelden. Toen de speler ook nog werd beticht van dronkenschap, was voor hem de maat vol. Na die belediging gooide De Harder de kont tegen de krib. Demonstratief was die middag zijn gebrek aan inzet. Het werd 5-1 voor De Volewijckers, maar nog had VUC, met een punt voorsprong op de club uit Amsterdam-Noord en met de resterende thuiswedstrijden tegen LONGA en Heerenveen voor de boeg, de kansen in eigen hand. Meteen ging het bestuur van VUC echter over tot sancties. Bertus en Karel de Harder en ook de met de IJmuidense club banden onderhoudende Joek Brandes werden geschorst. Voor Bertus kwam de inmiddels 35-jarige ex-international Koos van Gelder in het veld. Het eind van het liedje was dat VUC van LONGA verloor en tegen Heerenveen gelijkspeelde, waardoor De Volewijckers kampioen werd.