Arnold Horburger
17-2-1886 Rotterdam
20-2-1966
clubs: |
|
VOC Rotterdam, Quick Den Haag |
interlands: |
|
8 x 1910 t/m 1912 |
Telt het archief van de ruim zeshonderd Oranjespelers Een international te weinig? Niemand zal die vraag ooit voor honderd procent zekerheid met ja of nee kunnen beantwoorden, maar de Belgische voetballers die op 10 april 1910 in Haarlem met 7-0 klop kregen van Oranje, zijn er altijd van overtuigd geweest dat de olijke VOC-tweeling Arnold en Anton Hörburger die dag een frauduleus grapje heeft uitgehaald.
De tweeling uit Rotterdam was voor het eerst geselecteerd. Arnold werd als linkshalf opgesteld, Anton was de enige reserve in het gezelschap van twaalf spelers. Na een half uur, het stond al 3-0, raakte Arnold flink geblesseerd aan een knie. Hij deed het laatste kwartier voor de rust niet meer mee. De Belgen begrepen er niets van dat de aangeslagen voetballer in de tweede helft plotseling zo fris als een hoentje weer van de partij was. Meteen werd gefluisterd dat niet Arnold, maar zijn niet van hem te onderscheiden tweelingbroer in het veld was gekomen. De tweeling heeft altijd een beetje lacherig gedaan over de vermeende wisseltruc. Anton zei ooit dat hij niet eens zeker wist of hij Anton wel was. ’Zelfs onze moeder kon ons niet uit elkaar houden. Daarom kreeg de een als baby een blauw lintje om de arm en de ander een rosé lintje. Bij het baden raakten die lintjes eens los en toen heeft moeder ons op goed geluk maar weer die lintjes om de arm geschoven.’
In de officiële annalen van de KNVB is opgenomen dat Arnold Horburger acht interlands heeft gespeeld en Anton staat niet te boek als international (hij was wel zes keer reserve). De aarts pingelaars die bij VOC en later bij Quick Den Haag wegens hun balverliefdheid De Prutsers werden genoemd, zijn altijd blijven glimlachen over die ene interland in 1910.