Gerrit Keizer
18-8-1910 Amsterdam
5-12-1980
clubs: |
|
DEO Amsterdam, Ajax Amsterdam, Arsenal |
interlands: |
|
2 x 1934 |
Wonderlijk was het (voetbal)leven van Gerrit Keizer. Begonnen als linksbuiten van de kleine Amsterdamse club DEO, wilde hij na zijn overstap naar Ajax in 1925 op het hoogste niveau als veldspeler slagen. Bij toeval kwam hij in de jeugd echter tussen de palen terecht. Hij bleek zo veel talent als doelman te hebben, dat hij in 1929 als achttienjarige zijn debuut in Ajax 1 mocht maken.
Bijna twintig jaar later, op 4 januari 1948, zou hij zijn laatste van ruim driehonderd wedstrijden voor Ajax spelen. Als handelaar in groenten en fruit, vertrok hij een jaar na zijn eerste wedstrijd voor Ajax naar Londen. Via de clubs Margate en Milwall, kwam hij bij het beroemde Arsenal in beeld. Bij die in de jaren dertig toonaangevende club uit de Engelse League, werd Keizer door manager Herbert Chapman een aantrekkelijk weekloon aangeboden. De nog maar negentienjarige keeper wilde echter alleen als amateur aan de slag, want de mogelijkheid voor Ajax te blijven uitkomen, wenste hij niet op te geven. Als amateur speelde Keizer zeventien wedstrijden in het eerste elftal van Arsenal.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog had Ajax slechts weinig geld te besteden en dus ook nauwelijks geld voor tenues. Keizer kon door zijn contacten gemakkelijk wat dozen met Arsenal-shirts regelen. Zo kon het gebeuren dat Ajax op 6 juli 1947 - in de wedstrijd tegen NEC- in Arsenal shirts kampioen van Nederland werd. Van zijn debuut op 1 april 1929 tegen Stormvogels tot zijn laatste wedstrijd op 4 januari 1948 tegen De Volewijckers speelde Keizer in totaal 302 wedstrijden in het eerste elftal van Ajax. Na zijn carrière werd Keizer lid van verdienste van Ajax en nam hij bovendien zitting in het bestuur.
Ook in de jaren dertig verbood de FIFA voetballers gelijktijdig voor twee clubs uit te komen. Engeland was evenwel geen lid van de FIFA, dus kon Keizer in Engeland en ook voor Ajax spelen. Er was een korte tijd waarin de doelman op zaterdag in de Engelse competitie speelde, na de wedstrijd naar Amsterdam vloog en op zondagmiddag het doel van Ajax verdedigde. Na het jaar bij Arsenal stond Keizer nog bij Charlton Athletic en bij Queens Park Rangers onder de lat. In 1933 keerde hij terug naar Nederland. Bij Ajax kon hij het publiek met ongelooflijke reddingen verrukken en even later een eenvoudige bal tussen de benen in het net laten rollen. Die onevenwichtigheid etaleerde hij ook in de twee wedstrijden die hij in de aanloop naar de WK-eindronde van 1934 voor het Nederlands elftal speelde.
Op 30 januari 1948, in de maand van zijn afscheid als keeper van Ajax, kwam Gerrit Keizer op een negatieve manier in het nieuws. Hij bleek zijn handelscontacten met Engeland te hebben misbruikt voor het smokkelen van tienduizenden ponden.