Vandaag deel 20 (door Geurt Rozendaal)
Nederland - Engeland 1913
Als je het rijtje van wedstrijden van het Nederlands Elftal afloopt dan kom je vanzelf bij de wedstrijd van 24 maart 1913 tegen Engeland. Het is de 36e interland en voor de wedstrijd is het al feest want Bok de Korver wordt gehuldigd voor zijn 30e interland. Er is al heel veel gezegd en geschreven over deze wedstrijd. Zelfs een echt heldenepos in boekvorm. Uiteraard mag deze overwinning het belangrijkste wapenfeit worden genoemd van alle 42 interlands die voor de 1e wereldoorlog gespeeld zijn. De 2 wedstrijden die ieder seizoen tegen onze zuiderburen gespeeld worden mogen dan gezien worden als hoogtepunten van het seizoen, maar spelen tegen Engeland is toch nog van een heel andere orde.
Zonder ook maar iets van dit resultaat af te willen doen moet er wel bij vermeld worden dat het hier gaat om het Engels Amateur team. Bijna alle spelers komen uit voor Engelse Profteams en een aantal ook op het hoogste niveau maar de meeste spelers laten zich voornamelijk om persoonlijke redenen niet betalen. Bij Nederland spelen alleen maar amateurs, en dat blijven we tegen alle stromingen in tot half jaren 50. Mede door dit gegeven krijg je een heel raar beeld van interlandwedstrijden tegen de vertegenwoordigende elftallen van Engeland en Schotland, want wat is nu een officiële interland en wat niet? In ieder geval gaan de verschillende bonden er anders mee om.
Tot en met 1913 wordt er 8 keer tegen de Engelse Amateurs gespeeld. Daarna een hele tijd niet en pas in 1952 en 1954 zijn er weer 2 interlands tegen de Engelse Amateurs bij te schrijven op de officiële lijst van de KNVB. Vanwege de Olympische Spelen zijn er ook nog 2 interlands tegen Groot-Brittannië in 1908 en 1948. Op 4 juni 1929 wordt er gespeeld tegen Schotland. Omdat in het team van Schotland ook profspelers opgesteld staan komt deze interland niet in de boeken als een officiële interland van Nederland. Wel in die van de Schotse FA. In 1938 wordt er weer tegen Schotland gevoetbald en nu is het van beide kanten geen probleem, een echte interland voor beide partijen. Dat is dan wel weer opmerkelijk. Net als de interlandwedstrijden tegen Engeland in 1935 en die van 1946, die van Huddersfield. Voor beide landen officieel maar voor Engeland zijn dat pas de eerste 2 “echte” interlandwedstrijden tegen Nederland.
Waarom zijn wedstrijden tegen Engeland zo bijzonder? In het begin waren zowel het A-team als het Engels Amateur team bijna onverslaanbaar buiten het Verenigd Koninkrijk. Het was voor ieder land dan ook een eer om een wedstrijd te mogen spelen tegen welk team van Engeland dan ook. Maar voor de meeste landen was het Profteam veel te hoog gegrepen en vele maten te groot wat ook terug valt te zien in de uitslagen. Maar langzamerhand wordt de tegenstand groter. In 1908 en 1912 wordt het team van Groot-Brittannië (met alleen Engelse spelers) tijdens de Olympische Spelen bijna vanzelfsprekend kampioen maar daarna worden diverse landen sterker en is het zo goed als over voor het Engels Amateurteam. Maar de Engelsen denken dan nog wel steeds dat ze de beste van de wereld zijn en vinden het nog niet nodig om uit te komen op de eerste 3 Wereldkampioenschappen van voor de 2e wereldoorlog. Ze hebben immers hun eigen kampioenschap: het British Home Championship en degene die dat weet te winnen is eigenlijk al wereldkampioen. Maar daar komen ze wel achter als ze mee gaan doen aan de WK van 1950 in Brazilië. De 2e wedstrijd wordt er gespeeld tegen de Verenigde Staten. Een beetje samengeraapt team maar ze winnen wel met 1-0 van Engeland. De kranten in Engeland die het bericht met de uitslag doorkrijgen denken dat er een typefout is gemaakt en geven als uitslag 0-10 door. In de laatste wedstrijd van de groepsfase wordt ook nog verloren van Spanje. Voor de Verenigde Staten is het een geweldig resultaat maar dat wordt pas later op juiste waarde geschat. Er wordt zelfs een film en een boek over uitgegeven.
Een paar jaar later wordt Engeland pas echt opgeschrikt als de Hongaren langs komen voor een interland op Wembley. We schrijven 22 november 1953, aan Engelse zijde spelen oa Alf Ramsey, Billy Wright en Stanley Matthews mee, maar die vallen geheel in het niet bij Kocsis, Hidegkuti, Puskás en Czibor. De uitslag 3-6. Komt het daarna nog goed met Engeland? In de revanchewedstrijd in ieder geval niet. 23 mei 1954 wordt het in Boedapest 7-1 voor de Hongaren. Maar in 1966 worden ze eindelijk “echt” wereldkampioen in eigen huis. Voor de rest zijn er geen aansprekende resultaten meer te vermelden tijdens EK’s en WK’s. Dat laatste is toch zeer opmerkelijk. Wel de sterkste competitie maar geen goed nationaal elftal. Maar het één kan niet los gezien worden van het ander. Door de vele buitenlanders krijgt de eigen jeugd geen of weinig kans. Wat ook opvalt, is dat bijna iedere Britse topvoetballer in het buitenland mislukt. Dat was al zo met Jimmy Greaves en die lijn kunnen we rustig doortrekken met oa Gary Lineker, Ian Rush en Paul Gascoine. Wat daarnaast ook niet meewerkt, is dat Engeland nog slechter presteert bij het nemen van strafschoppen dan Nederland, dat kan haast niet zou je zeggen maar het is toch echt zo, 6x verlies na strafschoppen tegenover Nederland 4x.
In ieder geval hebben de Nederlanders wel wat lesjes gehad van de Engelse grootmeesters. 12-2 en 9-1 tegen de Amateurs, de 8-2 van Huddersfield in 1946 en in 1996 de 4-1 op Wembley toen we dachten te kunnen freewheelen richting kwartfinale op het EK in Engeland en we door een laat doelpunt van Patrick Kluivert toch nog op doelsaldo doorgingen ten koste van de arme Schotten. Daartegenover staan een paar historische overwinningen: 0-2 op Wembley in 1977 (2x Jan Peters), de 3-1 in Duitsland EK 1988 (3x van Basten) en pas geleden wonnen we zelfs nog op het nieuwe Wembley richting het dramatische EK van vorig jaar, ook voor Engeland, want die vlogen er weer eens uit via strafschoppen. Last but not least (in goed Nederlands): de 2-1 op 24 maart 1913 (2x Huug de Groot, het Sparta-kanon),
voor altijd en eeuwig: Het Wonder van Houtrust!
Bijlagen:
1) Het programma van 24 maart 1913, een groot blad(krant) in A3-formaat.
2) Het heldenepos, gedichten in boekvorm over de overwinning op de Engelsen.
3) Het boek “The game of their live”, de Verenigde Staten op het WK 1950.
4) Programmaboekje Engeland-Hongarije van 1953.