Vandaag deel 20 (door Geurt Rozendaal)
Het feestelijk openen en gepast afscheid nemen van stadions
Voor heel veel supporters werken de lichtmasten van een stadion als een krachtige magneet. Ook als de lichtmasten niet te zien zijn doet de magneet zijn onzichtbare werk. Want als we maar even in de buurt komen van een stad waar het Nederlands Elftal of Ajax ooit gespeeld heeft dan kunnen we de verleiding niet weerstaan, het vooruitzicht op de schoonheid van het stadion werkt dan net als het gezang van de Sirenen in de Griekse oudheid. Je wordt er gewoon naar toegetrokken ook al moet je er vele kilometers voor omrijden. En niet zelden wordt deze inspanning beloond met onverwachte ontmoetingen of leuke gesprekken met mensen van de club. Hoogtepunten? Te veel om op te noemen, maar bij KF Tirana (het vroegere Nendori Tirana) werden we zelfs uitgenodigd om een drankje te komen drinken in de bestuurskamer. Bij San Siro stonden we onderweg met de bus naar Genua (voor Genoa-Ajax) voor een gesloten hek. Maar omdat we uit Nederland kwamen kregen we een privé rondleiding door het stadion. En in Lissabon stonden we een dag na de verloren halve finale van het EK 2004 tegen Portugal in de catacomben van José Alvalada opeens tegenover mensen van de bewaking die ons vriendelijk verzochten plaats te nemen in de lift om boven in de kantine een hapje te gaan eten. Maar dat kwam opdat ze dachten dat we onderdeel uitmaakten van de crew van Phil Collins die bezig waren met het opbouwen van het podium ter voorbereiding van een concert een paar dagen later. Dus over gastvrijheid niets te klagen, dat eten hebben we trouwens maar overgeslagen.
Liefde voor een stadion, aan een leek is dat bijna niet uit te leggen. Die laatste mensen zien alleen maar een stuk beton of wat bakstenen, hier en daar wat plexiglas en vooral veel hekken. Voor de echte supporters is het voordurend een strijd tussen historie en sentiment tegen de oprukkende commercie en het grote geld. Het is niet tegen te houden. Als je als club uit je jasje begint te groeien moet het sentiment plaats maken voor realisme. Het stadion De Meer werd te klein en er was van alles op aan te merken maar het was tegelijkertijd van een ongelooflijke schoonheid. De Kuip net zo, een geweldig voetbalstadion, maar de zitplaatsen zijn te krap bemeten en ook na de verbouwing zit een kwart van de mensen nog in de regen, zelfs bovenin zit je niet veilig voor het water want als het regent slaat het gewoon onder het dak door. Maar toch wil bijna niemand in Rotterdam afscheid nemen van hun stadion. Maar als het goed is voor de club dan heeft iedereen daar uiteindelijk wel vrede mee. Helaas komen dan de zakkenvullers en de mensen van het snelle geld om de hoek van de deur kijken. Of het nu verbouwen of nieuwbouw wordt: er kan weer veel geld verdiend worden. Mooie beloftes van “zekere bedragen” en “geen steun of garantie van gemeente of overheid nodig”. En achteraf mag iedereen blij zijn als de uiteindelijke kosten niet hoger zijn dan het dubbele van het oorspronkelijke bedrag. In hoeveel jaar wil je dat terugverdienen en na hoeveel jaar wordt er toch weer besloten om alsnog een nieuw stadion te bouwen? Voor de projectontwikkelaars en bouwjongens maakt het niets uit, het is gewoon weer opnieuw kassa!
Maar als er niet af en toe een (oud) stadion zou worden gesloten en afgebroken en nieuwe stadions zouden worden ge(her)bouwd en ge(her)opend dan zou ik dit stukje niet hebben kunnen schrijven. En daar gaat dit keer over: het openen en sluiten van stadions en de bijbehorende wedstrijden (en feesten).
Het Stadion Daar heb ik al eerder een stukje over geschreven in één van mijn eerdere webcolumns.
Geopend in 1914, het eerste grote voetbalstadion in Nederland, met 4 fraaie torens, wat moet het mooi geweest zijn! Maar helaas te klein om dienst te doen als Olympisch Stadion voor de Spelen van 1928. Op 28 april van datzelfde jaar was het de laatste keer dat Het Stadion voor een interland van het Nederlands Elftal gebruikt werd, tegen Denemarken werd het 2-0. Ook tijdens de Spelen werd er driftig gebruik gemaakt van Het Stadion. Maar vlak daarna ging Het Stadion roemloos ten onder en tegen de vlakte. Weinig reden tot feest.
Het Olympisch Stadion Op 1 mei 1928 werd het Olympisch Stadion opgeleverd, 17 dagen voor het begin van de Olympische Spelen (tenminste van het hockeytoernooi en eind mei begon ook het voetballen), daar kunnen die Brazilianen nog wat van leren! Op 28 juli werden de spelen pas officieel geopend door Prins Hendrik. Wilhelmina had klaarblijkelijk geen zin. Dat kwam mooi uit want brave Hendrik kende de weg want een jaar eerder had hij ook al de eerste steen gelegd. Voor dat werk had je geen Einstein nodig maar ze waren wel wat spullen kwijt, die bleek de Prins achter de gedenksteen te hebben gemetseld, deze zaken, een oorkonde, een medaille en nog wat dingen, kwamen pas in 2013 weer boven water. Wie zonder fouten is plaatse de eerste steen. De spelen betekende niet alleen het einde van Het Stadion, ook het zwemstadion werd direct weer afgebroken. Na de spelen is het altijd een multifunctioneel stadion gebleven echter door de opening van het Feyenoord stadion in 1937 kwam er wel een flinke concurrent bij voor wat betreft het interlandvoetbal. In 1989 werd de laatste interlandwedstrijd gespeeld, toevallig weer tegen Denemarken. In 1996 speelde Ajax hun laatste Europa Cup wedstrijd in het Olympisch tegen Panathinaikos. Het Olympisch Stadion was gedoemd te verdwijnen. Maar gelukkig gingen enkele mensen op de bres staan voor het behoud van dit stukje cultureel erfgoed. Met name Piet Kranenburg heeft zich hiervoor ingespannen en wist het stadion te redden van de sloopkogel. Na de renovatie werd het stadion heropend door Willem Alexander op 13 mei 2000. Inmiddels heb ik er al weer diverse wedstrijden gezien waaronder 2 interlands van het Nederlands vrouwenteam.
Stadion De Meer In 1934 kreeg de hoofdstad er weer een echt voetbalstadion bij. Ajax speelde zijn thuiswedstrijden
in het zogeheten Houten stadion aan de Middenweg. De jaren 30 waren het startsein voor een gouden periode voor Ajax en een nieuw stadion kwam daardoor precies op het juiste moment. Het kenmerkende van het stadion was dat het bijna geheel uit baksteen opgetrokken was. Daar is in de loop der jaren niet veel aan veranderd. Aan de binnenkant wel, zoals een volledige overkapping van alle tribunes en er kwamen VIP plaatsen en daarna skyboxen (als eerste stadion in Nederland).Op 9 december 1934 werd het stadion feestelijk geopend met een wedstrijd tegen Stade Français, uitslag 5-1. De laatste wedstrijd werd gespeeld op 28 april 1996 tegen Willem II, de uitslag was niet alleen heel toepasselijk 5-1 maar het leverde Ajax ook het 26e landskampioenschap op.
Ook zijn er in totaal 5 interlands gespeeld, ik heb ze allemaal gezien op één na, die werd dan ook zonder publiek gespeeld vanwege het bomincident. De laatste interland in 1992 was dit keer niet tegen Denemarken maar wel de allerlaatste interland van het “oude Joegoslavië” voordat het land na een bloedige oorlog uiteen zou vallen. Joegoslavië had zich geplaatst voor het EK van 1992 maar die plek werd vergeven aan Denemarken. Die hadden nog behoorlijk de pest in dat zij niet de laatste interland in De Meer mochten spelen en dat hebben we gemerkt. Op 6 augustus 1996 liepen we voor het laatst onze bekende route over de Middenweg. Met een groot feest en ceremonie werd er waardig afscheid genomen van het stadion waar we zoveel dierbare herinneringen aan hebben. Ik heb er altijd spijt van gehad dat ik niet één van die bakstenen heb meegenomen, men was hier en daar al begonnen met de sloop, dus er lagen er genoeg. Bobby Haarms heeft jarenlang met een half muurtje uit De Meer in zijn achterbak rondgereden. Hij dacht waarschijnlijk dat het verkeer achter hem dan vanzelf 9.15 m afstand zou houden. Jarenlang heb ik de plek daar aan het eind van de Middenweg gemeden.
In de volgende aflevering komen de overige (grote) stadions aan bod.